zaterdag, augustus 19, 2006

Noord Californië - Zuid Oregon, week 2

Na een zeer goede nacht slaap en een lekkere maaltijd in het resort, reden we Oregon binnen en kwamen we, op een picknickplek, een auto tegen die je in Nederland niet vlug zult zien. Het was een pick-up truck met in de bak een motor, maar achterop hingen allerlei "te koop" bordjes. Maar wat er te koop was is nogal dubieus wat mij betreft....

Omdat we nog niet besloten hadden waar ze zouden gaan slapen ging Edwin naar het plaatselijke visitorscenter en daar kreeg hij natuurlijk heeeeeel veel foldertjes mee. Volgens mij was die mevrouw blij dat ze weer eens iemand van informatie kon voorzien, want de stapel foldertjes was erg groot.

Een van die foldertjes bevatte informatie om in een boomhut te slapen bij Out 'n About. Dat leek ons wel wat, dus wij bellen. Omdat ze een annulering hadden gekregen was er inderdaad nog eentje vrij. Alleen niet bij hen op het terrein maar bij Vertical Horizons (ons huisje heette Shiitake). Dat was daar 10 minuten rijden vandaan. Later bleek dat wij erg veel geluk hadden, want voor de boomhutten moet je bijna een jaar van tevoren reserveren.
We reden en we reden, en hadden het idee dat er niets anders meer was dan een weg met aan de linkerkant naaldbomen en aan de rechterkant naaldbomen. Het is heel mooi, maar na een paar uur wordt zelfs "heel mooi" saai.

Aangekomen bij de boomhutten van Out 'n About, hadden we het idee dat we midden in een Hilbilly farm terecht waren gekomen.
Er waren niet alleen overal hutten in de bomen, er hingen grote touwen naar beneden waaraan de kinderen konden slingeren, er was veel stof en aardig wat kinderen die over touwbruggen naar de andere hutten toeliepen, ze hadden een manege en er was een grote kring gemaakt van allerlei stoelen en bankjes om een vuurpit heen. Best gezellig hoor, maar gelukkig lag ons huisje op een veel rustiger plekje, en konden we toch gewoon gebruik maken van de mogelijkheden bij Out 'n About, wat veel meer op gezinnen gericht is.

We schreven ons in voor een rit op de paarden van 1½ uur om 7.00 uur 's-ochtends. Iedereen die mij kent weet dat ik geen ochtendmens ben, maar het is toch wel heel mooi omdat het dan nog niet zo warm is, de paarden zijn niet bezweet, en het is in het bos heerlijk stil. De tocht ging via het bos, over beekjes, door weilanden, bergje op en bergje af. Heel erg leuk vonden we dat. Vooral de kinderen, die willen nu allebei paardrijles.

Doordat iedereen die daar slaapt niet weet waar ze moeten gaan eten, kregen we het advies om te gaan eten in Downtown O'Brien, waar een aardig steakhouse zou zijn.
Bij aankomst in O'Brien bleek Downtown te bestaan uit een benzinepomp, postkantoor, winkeltje en het Steakhouse. Verder was er niets! Je zit daar werkelijk in de middle of nowhere, maar ze hadden inderdaad lekkere steaks.

De volgende dag hebben we een uitstap gemaakt naar de Oregon Caves National Monument, wat ook weer een National Park is.
Deze grot bestaat uit marmer en limestone. Het is daar het hele jaar 8 °C. Dus ook hier moesten we weer warmere kleren en goede schoenen aan.Ze noemen deze grot nog "levend" doordat het steen nog steeds aangroeit. Dat is ook de reden dat de grot iedere keer nadat er een groep ingaat gesloten wordt met een hek. Je kunt er alleen rondlopen met een ranger.
`s-Winters overwinteren er vleermuizen en zijn de grotten sowieso gesloten.
Het is er op sommige plekken erg nauw en je moet heel vaak bukken en de caveman walk uitvoeren. Dat is met je handen op je knieën zodat je je rug ondersteunt.
Kinderen onder de 6 jaar moeten een test ondergaan op een soort trap omdat deze grot 550 trappen heeft (verdeeld over het traject) maar ze zijn niet allemaal door de mens gemaakt. Heel apart om er doorheen te lopen. Na 75 minuten sta je weer buiten en wandel je via het bos weer terug.
Deze foto is genomen in de bananenkamer.

We hebben 2 nachten in de boomhut geslapen. Ik kan het iedereen aanraden om een keer te doen, het is een heel aparte ervaring om zo hoog in de boom te slapen op een prima 2-persoonsbed.

Hierna ging de tocht door naar Great Cats World waar we veel katten zoals luipaarden, tijgers, lynx, serval etc. van dichtbij hebben gezien. Er werd ook een voorbeeld gegeven van de kat op deze foto (ik ben de naam vergeten), over hoe deze dieren jagen. Hij lag er rustig bij en kwam ons gezin zelfs een kopje geven en likte aan onze handen. Bas was natuurlijk helemaal enthousiast.

Hierna vervolgden we onze reis weer terug naar het noordwestelijke puntje van Californië om daar het Redwood National Park aan de kust te bekijken.
Dit zijn ook gigantisch hoge bomen. Deze sequoia’s zijn familie van de grote bomen in Sequoia National park. Dat zijn de dikste bomen, en dit zijn de hoogste bomen ter wereld.
Maar doordat het er regenachtig was en er wolken hingen, wat vaak voorkomt in de zomer, waren de uitzichten op de kust erg minimaal.
We hebben hier toch onze tent opgezet, maar moesten toen we goed en wel onze marshmallows aan het roosteren waren, weer naar binnen want het begon te regen. We hebben aardig lang geslapen, want tja, wat moet je anders in een tent met regen.
De volgende dag hebben we de tent weer opgebroken omdat ze nog meer regen en onweer voorspelden. En aangezien we toch tussen erg hoge bomen stonden vond ik dat niet zo'n aantrekkelijk idee.

Hierna reden we naar Fern Canyon. Dit is een kloof aan de kust, die helemaal begroeid is met varens en mos.
Het schijnt dat Steven Spielberg de film Jurrassic Park 2: The lost world, hier heeft opgenomen, wat niet zo verwonderlijk is als je er tussendoor loopt.
Het is een redelijk nauwe canyon en de muren zijn helemaal begroeid met varens en een beetje mos. Het water druipt er aan alle kanten vanaf. En dat zo dicht bij de zee.

Het duurt wel een tijdje voordat je er bent, want je moet met de auto een weg van ongeveer 9 mile af die zeer bochtig is en alleen bestaat uit gravel.
Een keer raden hoe onze auto eruit zag toen we weer op de harde weg waren.

Onderweg wordt je via een radiozender gewaarschuwd - en je ziet ze ook - voor elanden, die er m.i. een beetje vreemd uitzien zonder gewei, maar dit zijn, denk ik, vrouwtjes.
Het blijven natuurlijk wilde, en dus onbetrouwbare beesten, maar zo kauwend op een graspol vind ik ze er niet echt gevaarlijk uitzien. Ik werd dan ook niet achterna gezeten door het beest toen ik er een foto van gemaakt heb.

En ook nu konden de kinderen (en Edwin) het niet laten om op omgevallen bomen te klimmen. Maar het geeft wel beter aan hoe nietig je eigenlijk bent in zo'n ravijn.

Op de terugweg zijn we nog even gestopt om bramen te plukken. Terwijl de kinderen al aan een bakje bramen zaten, wilde ik nog meer hebben, ook voor ons. Zegt Edwin: "Je kijkt wel uit voor ratelslangen hè?" En terwijl ik hem voor gek verklaar, want welke slang wil nou in deze stoffige omgeving liggen, schiet er eentje voor mijn voeten de bramenstruiken in. Nou mijn hebberigheid was in een klap over, maar de reeds geplukte bramen smaakten echt heel lekker.

Uiteindelijk kwamen we in Redding aan waar Edwin de garage eigenaar van onze auto opbelde en hem vroeg wat er zoal in Redding te zien was. Hij vond dat we toch minstens de $23 miljoen kostende "Sundial bridge", een voetgangersbrug over de Sacramento River gezien moesten hebben. En hij zou ons er wel naar toe brengen.
Het is een zonnewijzer brug ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava. Hij is helemaal van staal en de vloer is gemaakt van glas. Het is inderdaad een heel mooie brug.
Hij lag in een mooi park met restaurantje waar hij ons trakteerde op een lekkere lunch.
Dit was nog eens een aardige autoverkoper.

Van hieraf zijn we naar San Jose gereden.
Het waren heel wat kilometers die we afgelegd hebben, maar het was zeker de moeite waard.