zaterdag, juli 04, 2009

Grand Tetons & Great Basin

Het Grand Teton National Park ligt zo dicht tegen Yellowstone aan dat je niet eens je nationale parkpas hoeft te laten zien. We reden van het ene park zo het volgende in. Onderweg kwamen we nog langs een plek waar we heel goed konden zien hoe de Snake River door het land meandert.
De Grand Tetons zijn de jongste pieken van de Rockies, en behoren tot de scherpste ter wereld. Ze steken 1,5 kilometer boven de Snake River valley uit, de grootste top van de Grand Teton is 4.197 meter hoog. Er loopt een snelweg van noord naar zuid door het park heen, en op verschillende plekken kun je zijwegen richting de bergtoppen maken.
We lieten ons per boot vervoeren over Jenny Lake zodat we naar de 24 meter hoge Hidden Fall konden lopen. Zoals de bestuurder van de boot al zei was deze waterval niet zo verstopt, je kon gewoon iedereen volgen die hetzelfde pad nam, op een paar uitzonderingen na die verder liepen. Dit is het drukst bewandelde pad van de Grand Tetons. Vanaf de waterval liepen we nog wat verder omhoog naar Inspiration Point. Daar had je een prachtig uitzicht over Jenny Lake. Ook zagen we daar weer de marmot op zoek naar eten en er liepen chipmunks rond die teveel door de toeristen waren gevoerd, en daardoor bijna tam leken.
Na de wandeling hebben we bij Dornan's in Moose gegeten, vlakbij de oversteekplaats van de Snake River van vroeger waar de pioneers de rivier over moesten. Hier konden reizigers van west naar oost de wilde rivier veilig oversteken door gebruik te maken van een pontje.
Na een dia-avond van een park ranger en een nachtje slapen op de camping Gros Ventre in het Nationale Park, zijn we richting Jackson gereden. We hadden gereserveerd voor een wildwater tocht op de Snake River, en moesten op tijd op de KOA camping aanwezig zijn, omdat de tocht vanaf de camping zou vertrekken.Het raften werd georganiseerd door Dave Hansen. We werden in wetsuits gehesen en met een bus naar het vertrekpunt van de boten in de rivier gebracht.
Het zomerse weer was hier die week net begonnen, en de smeltende sneeuwlaag in de Tetons in combinatie met de vele regen van de afgelopen weken zorgde ervoor dat de stroomversnellingen op de rivier normaal gesproken niet echt met veel toeristen meegemaakt werden. Het rafting bedrijf had de kleinere bootjes zelfs even uit de verhuur gehaald. Het water was 5 graden celsius, en stroomde met een rotgang over tientallen stroomversnellingen van klasse 3 en zelfs eentje van klasse 4 heen. We gingen met z'n tienen in een boot, en een gids achterop met roeispanen. Edwin kreeg een roeispaan en de kinderen konden, zoals ze wilden, voorin de boot zitten, en ik zat vlak achter ze.
Al bij de eerste (kleine) versnelling werden we kletsnat, en bij elke volgende nog veel meer. Bij eentje hapte de boot zoveel water dat Bas zelfs helemaal onder water terecht kwam in de boot. Daar schrok hij wel een beetje van, maar hij bleef het gelukkig wel leuk vinden. En nadat hij weer wat gerustgesteld en opgewarmd was achter in de boot, kwam hij weer voorin zitten. Toen konden we ons klaarmaken voor de "Lunch Counter", de zwaarste en gevaarlijkst rapid op dit stuk van de rivier. (Wij hadden geen camera bij ons, maar dit filmpje vond ik op youtube)
We konden ook onze foto's kopen die door een professional vanaf de kant gemaakt werden.
Na een (belachelijk) duur nachtje op de KOA in Jackson, zijn we weer verder richting huis gereden.
We kwamen in the National Oregon / California Trail Center in Montpelier (Idaho) terecht. Daar maakten we een tocht terug in de tijd van 1852. We kregen een korte uitleg over hoe geweren werden gemaakt, wat we als pioniers mee konden nemen op onze 5 maanden durende tocht van Missouri helemaal naar Oregon. De mensen die daar werkten waren in klederdracht en spraken ons aan alsof we ook net van onze tocht afkwamen. We reden mee in een huifkar simulator en ons werd gevraagd waarom we in de kar zaten, want dat mochten alleen maar zieken, zwangeren of soms kinderen. Heel leuk gedaan. En vooral onze kinderen sprak het heel erg aan, want dit is uitgebreid besproken op school.
Vervolgens kwamen we nog langs Bear Lake waar we niet eens buiten konden zitten omdat we opgevroten werden door de muggen. Daardoor besloten we om meteen maar verder te rijden richting het Great Basin National Park.
Dit is het enige Nationale Park van Nevada, en ligt erg afgelegen, (nou ligt alles hier afgelegen dus dat is eigenlijk niets nieuws). Het is een Grote Bekken in een woestijngebied omgeven door bergen, en het heeft geen rivieruitloop in de oceaan. Het National Park ligt bij de grootste berg binnen het gebied, de Wheeler Peak, en is 3.982 meter hoog.
In dit park bevinden zich de Lehman Caves, en daar hebben we een uur onder begeleiding van een ranger rondgelopen.
Hij was druk bezig met de kinderen vooraan in de rij, waardoor we maar de helft van de uitleg gehoord hebben. Na een lange tunnel vanaf het visitors center, passeren we de oorspronkelijke ingang van de grotten die in 1885 ontdekt zijn door Ab Lehman. In de eerste grote zaal laat de ranger zien hoe donker het is in de grot, door de verlichting uit te zetten. Met kaarslicht laat hij vervolgens zien hoe vroeger de grotten bekeken en langzaam ontdekt werden. Door nauwe gangen wringen we ons van kamer naar kamer. Onderweg krijgen we uitleg over hoe de grotten en hun bijzonderheden ontstaan zijn. De ranger wijst erop dat de grotten oud moeten zijn omdat sommige stalagtieten en stalagmieten meters lang zijn en een diameter hebben van zo'n 50 centimeter terwijl ze maar zo'n 30 centimeter per 100 jaar groeien. Als de "tieten" en "mieten'" elkaar raken ontstaat een kolom. Een ander apart verschijnsel is het 'cave bacon', een aan het plafond hangende spekvormige rots, waar je met een zaklamp gewoon doorheen kunt schijnen.
Verder zijn in deze grotten ook nog de zeldame sluiers te vinden.
Aangezien het weer slecht is, besluiten we niet naar de top van de Wheeler Peak te rijden, maar richting California te rijden. De kinderen vermaken zich prima met films en iPod, waardoor we lekker opschieten.
We rijden de Highway 50 die als bijnaam de "Loneliest Road in the World" heeft, en we snappen prima waarom.
Ik geloof dat we in anderhalve dag vier keer ingehaald zijn, en een tiental tegenliggers gezien hebben.
We zijn een keer gestopt en zijn een stukje op de snelweg gaan lopen, gewoon omdat dat kan.
Als het inmiddels 's-avonds laat is, komen we het plaatsje Fallon binnen rijden, en zoeken we een plekje om te overnachten. Het wordt de goedkoopste camping van de hele vakantie, met een winkel op loopafstand, 24 uur per dag, 7 dagen per week open, met schone toiletten en een beveiligde parkeerplaats: de Walmart.
Ik had een keer gelezen dat Amerikanen dat soms deden en dat men dat toestaat, maar om dat nou ook te doen... We hadden weinig keus, er was in de hele omgeving van dit dorp niets te vinden, en Fallon zelf is nou niet echt uitnodigend. We sliepen prima en konden onze reis de volgende dag veilig wakker beeindigen.

Weer wat kengetallen van onze route:

6 staten van Amerika
4 nationale parken
13 dagen onderweg
55 uur auto gereden
4321 kilometers lang
704 liter diesel verbruikt
(Tja, da's ook niet echt zuinig rijden.....totaal 530 dollar, maar een stuk goedkoper dan onze reis naar Utah).

Labels: , , , ,