woensdag, april 25, 2007

Nieuwe waterleidingen

Het huis wat wij huren is - net als vele huizen in deze omgeving - al meer dan 40 jaar oud. Op zich maakt dat niet zoveel uit, maar wel voor de waterleiding, want die is ook zo oud en toen maakte ze die nog van gegalvaniseerd ijzer. Maar het grote nadeel is dat ze van binnenuit gaan roesten, en dat hoopt dan lekker op in die pijp gedurende al die jaren. Dit was bij ons merkbaar omdat het water er soms een beetje roestig uitzag en de hoeveelheid water die uit de douche of kranen kwam bereikte toch wel het bedroevende druppelpunt.
Wij gingen vriendelijk klagen bij de huurbaas, en hij besloot om de leidingen te vervangen. Nou is dat nogal een klus, en wij wilden toch wel klaar zijn voordat onze logees zouden komen.

Vorige week woensdag om 17.00 uur werd ons gevraagd of ze de volgende dag konden komen. Tuurlijk, ze zouden het binnen een dag klaar hebben. Wij 's-avonds vlug alle kasten legen, en alle plekken toegankelijk maken. Gelukkig hebben we een logeerkamer waar je veel neer kunt leggen.
Ze kwamen met een groepje van 5 donderdagochtend om 8.30 uur en gingen om 21.30 uur weer weg. Een mannetje heeft de hele tijd in de kruipruimte onder de grond gelegen, met een paar uitstapjes om te lunchen en wat te drinken enzo, eentje bivakkeerde voornamelijk in onze kast en bad, eentje was bezig om de verwarmingsketel te vervangen in de garage, 2 mannetjes waren bezig in de voortuin, waar ook een leiding van de straat af werd vervangen. Zij moesten een sleuf graven zodat er een nieuwe leiding van de straat af onder het paadje voor het huis doorgeslagen kon worden. Ondertussen niet de sprinkler doorsteken (wat toch 1 keer gebeurde). Alle muren zijn hier van hout dus zaagden ze een gat aan de andere kant van de muur, want anders moet je tegeltjes vervangen, of je gaat via de ingebouwde kast. Maar al met al was het binnen 1 dag gepiept.

Ik was blij dat ik 's-avonds naar het afscheidsetentje van onze toneeljuf Annette ging. Niet dat ik blij ben dat ze weer naar Nederland verhuisden, maar ik had het wel gehad met al die rommel en mensen in huis. Elies heeft hier een stukje over geschreven op haar blog, waarop ook ons afscheidslied voor Annette te horen is.
Omdat de gemeente moet controleren of alles wel goed was aangelegd, moesten alle muren open blijven tot maandag. Het bleek allemaal in orde te zijn en dinsdag werd alles door 2 mannetjes weer gerepareerd en de sleuf in de voortuin dichtgegooid.
Wij kunnen nu weer heerlijk genieten van een normale douchestraal, waar je niet koud onder wordt, het hindert niet als er een toilet wordt doorgetrokken, de (af)wasmachine mag gewoon aanstaan. Heerlijk, laat het bezoek maar komen....

Labels: ,

dinsdag, april 17, 2007

Death Valley & Red Rock Canyon

De volgende ochtend was het Pasen en er werd door allerlei medewerkers van het hotel aan de kinderen gevraagd of ze ook naar de "egghunt" gingen. Ja dat zouden we maar eerst gingen we nog naar Zabriskie Point. Hier zie je de lemen heuvels van de Golden Canyon.

Hierna terug naar het hotel, op jacht naar de, de middag ervoor, beschilderde eieren. Heel raar om in het midden van een woestijn een hotel in een weelderige omgeving met in de tuin verstopte eieren te vinden.
De kinderen werden op leeftijd ingedeeld en gingen op zoek naar de eieren in de tuin van het hotel.
Na afloop kregen ze nog drinken, een koekje en een prijs. Blijkbaar was dit niet de eerste keer dat ze dat organiseerden. Ze deden het al voor het 42e jaar.

Maar de woestijn wachtte, dus weer in de auto en op weg naar Salt Creek. In dit watertje woont de Death Valley Pupfish.
Dit is de enige plek waar dit tandkarpertje van ongeveer 3 centimeter lengte voorkomt. Dat dit visje in dit water kan leven is nogal opmerkelijk, want het water bereikt temperaturen van boven de 40 graden Celsius en is 4x zo zout is als de zee.
Er is een houten wandelpad over de kreek gemaakt zodat je de omgeving van dit visje niet beschadigd. We hebben er nog een behoorlijk aantal kunnen zien.

Het is een heel rare gewaarwording om te bedenken dat je tijdens die 30 minuten durende wandeling over die paden, de hele wereldbevolking van dit visje ziet.

Hierna door naar de laatste plek die we nog wilden zien in het park, de zandduinen van Stovepipe Wells. Deze zandkorrels zijn zo zwaar dat de wind ze niet kan wegblazen, alleen maar verplaatsen. Dat verklaart ook waarom de duinen continue van aanzicht veranderen.
We dachten hier leuk met de kinderen in de duinen te kunnen spelen door van de duinen af te rennen, maar helaas. Het zand is zo heet, dat we niet wisten hoe snel we onze slippers weer aan moesten trekken. Ach, toen maar eventjes gekeken naar een familie die met een plastic slee aan kwam wandelen en probeerde om van de duinen af te glijden, maar ook dat mislukte. Ik dacht nog even, die slee smelt dadelijk ook nog, maar dat gebeurde toch niet.

Wat vonden we nu van Death Valley; warm, groot, leeg, kaal, apart, onwerkelijk, leuk.
Ik ben blij dat we het gezien hebben in de lente, ik kan me haast geen warmere temperaturen voorstellen, waarbij je het ook nog leuk blijft vinden.

Hierna hebben we Death Valley achter ons gelaten en zijn naar de Red Rock Canyon gereden.
Dit State park ligt op het zuidelijke puntje van de Sierra Nevada die hier overgaat in de El Paso Range.
Dit gebied bestaat uit witte, roze en rode zandsteen. Door de wind en regen is het zachtere materiaal weggespoeld van de hardere zwarte lavasteen. Daardoor zijn deze canyons zo specifiek met deze zeer speciale inhammen.
De kleurrijke en fotogenieke rotsen zijn veelvuldig als achtergrond gebruikt voor documentaires, video's en films, inclusief Jurassic Park.
Het visitor center zelf was al dicht, maar dat weerhoudt onze kinderen (en Edwin) er niet van om deze rotsen te beklimmen.
Het waaide hier alleen heel erg hard, dus na een tijdje besloten we de beschutting van de auto maar weer op te zoeken.

Hierna reden we door naar Barstow waar we weer een hotel hadden geboekt.
Nou is er in Barstow werkelijk niets te vinden, behalve een outlet shoppingmall. Vroeger was het een stadje aan de beroemde Route 66, en nu teren ze nog op dat imago. Het is nu echt een stadje waar je doorheen rijdt op weg naar Las Vegas. Dat verklaart ook de hoeveelheid hotels en fastfood restaurants.
De volgende dag zijn we naar Calico geweest. Dit is een spookstad waar ze vroeger zilver hebben gewonnen, en toen het zilver opraakte is het stadje verlaten. Na 1,5 uur hier rondgelopen te hebben zijn we vlug weer weg gegaan. De kinderen vonden het wel aardig om te kijken naar de gevangenis en de oude school, maar Edwin en ik vonden het erg commercieel, niets voorstellend en het entreegeld zeker niet waard.

Hierna zijn we naar Irvine, Los Angeles gereden, waar we Andrea en haar kinderen hebben opgezocht. Ik ben met haar in contact gekomen door onze wederzijdse weblogs en het leek ons wel leuk om elkaar in het echt te ontmoeten. Zij wonen 10 minuten van het vliegveld wat ons weer naar San Jose zou brengen, dus het lag echt op de route.
Het was heel leuk om alle dingen die zij beschrijft in het echt te zien, de kinderen waren meteen met elkaar aan het spelen alsof ze elkaar al veel langer kenden. Grappig dat het Nederlands dan ineens toch vertrouwd is.
Andrea als jullie bij ons in de buurt zijn, dan staat ook hier de deur open. Dank voor je gastvrijheid, het was gezellig.

Labels: , , ,

vrijdag, april 13, 2007

Death Valley

Vanuit Barstow, reden we naar Death Valley. Het is de heetste, droogste en laagste plek van het westelijke halfrond.
Ondanks dit afschrikwekkende imago wilde we het toch met eigen ogen gezien hebben.
In de zomer is het er erg warm, daarom besloten we om er nu - in de lente - heen te gaan.
Onderweg kwamen we de bekende grote thermometer tegen. Het was 10 uur, bewolkt en hij stond al op 83 graden F (28 graden C). En we waren nog geeneens in Death Valley zelf.
Terwijl we doorreden verdween al snel de begroeiing en dan wordt het beeld heel onwerkelijk.
De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden het zeeniveau, en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw zijn bedekt. De unieke flora en fauna hebben zich aangepast aan de extreme omstandigheden.
Er is echt niets, je rijdt tijden door grote vlaktes met stenen, rotsen, grind, en eromheen liggen de bergen. Er rijden auto's een paar motorrijders en we zagen zelfs een fietser. Maar volgens mij moet je dan een dodenwens hebben.

Onderweg nog even gezellig gepicknickt. Het waaide behoorlijk, maar dat is dan zo'n heel warme wind. We verbaasden ons over de omgeving en het uitzicht, en wie er nou daar een paar picknicktafels neerzet. Je komt ze echt nergens anders meer tegen.
Toch zagen we hier ook nog leven. Een of andere hagedis die snel liep, maar even stil stond voor de foto.

Op een gegeven moment kom je op het laagste punt, én een van de heetste plekken op aarde aan. Het plaatsje heet Badwater, eigenlijk heet het Bad Water (slecht water). Het is een groot zoutmeer, en het is er echt heel warm. Wij hadden veel bewolking en toch was het er al 40 graden Celsius. De hoogste temperatuur die ooit werd gemeten – in juli 1913 - was 56,7 graden Celsius. Door deze temperaturen loop je er ook niet te lang rond.

Vandaar door naar Artist's palette, waar veel kleuren in de bergen zichtbaar zijn door ertsafzettingen en vulkanische as. Toen door naar Dante’s View, waar je een weids uitzicht hebt over de vallei. Toen ik hier achterom keek zag ik dit beeld van onze auto. Het geeft een goed beeld van dit park en de nietigheid van de mens weer.

Daarna door naar ons hotel wat in Furnace Creek ligt. Dit plaatsje heeft enkele natuurlijke bronnen die het leven hebben gered van de pioniers die op zoek waren naar goud. Uiteindelijk hebben ze hier niet veel goud en zilver gevonden, maar wel veel borax. Deze stof werd eerst gebruikt in de glas- en later in de zeepindustrie.

Op het grote grasveld in het midden van het complex waren ze bezig met eieren verven. Het is tenslotte bijna Pasen. Maaike en Bas gingen er ook naar toe, er waren versnaperingen, chips, limonade, ijsjes en ze hadden een piñata waarop alle kinderen zich even mochten uitleven. Prachtig vonden ze het.
Alle kamers kwamen uit op een grasveld met daarachter '-werelds laagstgelegen golfbaan (65m beneden zeeniveau). Er was een zwembad waar we de rest van de middag hebben doorgebracht.
's-Avonds lekker gegeten in het restaurant, en daarna samen met de kinderen naar de ongelofelijke hoeveelheid sterren gekeken.
Edwin en ik hebben nog lang nageklets op ons terras, terwijl de kinderen lagen te slapen in de heerlijk koele kamer.
Morgen weer verder.

Labels: , ,

woensdag, april 11, 2007

Joshua Tree

Omdat we nu de meeste dingen al bekeken hebben die in de nabije omgeving liggen, maar we nog steeds wensen hebben om dingen te bezichtigen, besloten we om dit paasweekend door te brengen in Joshua Tree en Death Valley.
We wilden gaan vliegen, want ernaar toe rijden vanaf hier duurt toch al gauw 8 uur en in die paar dagen zouden we toch al veel tijd doorbrengen in de auto.
Dus vrijdagochtend vlogen we van San Jose naar Santa Ana airport in Los Angeles. Daar haalden we eerst onze huurauto op en gingen op weg richting onze eerste bestemming. Tijdens het inslaan van wat boodschappen werd al snel duidelijk dat we behoorlijk zuidelijk waren, want veel ingrediënten werden in de schappen alleen in het Spaans aangegeven. Voor ons lagen er veel onbekende dingen op de groenteafdeling, maar de cactusbladeren kon ik nog wel onderscheiden. Wat je daarmee moet doen weet ik niet, maar ze zullen ongetwijfeld goed smaken.

De temperatuur was al aardig geklommen dus verruilde we op een parkeerplaats onze spijkerbroeken vlug voor wat luchtigere kleding.

Langs de snelweg zagen we steeds een plant wat de Ocotillo bleek te zijn. Nou moet je bedenken dat de omgeving nogal eentonig van kleur was dus een paar stengels met rode bloemen vallen dan nogal op. Deze cactus stond ook in het begin van het park.

Het duurde toch een tijdje voordat we bij de zuidelijke ingang van het Joshua Tree National Park aankwamen.
Eenmaal in het park kwamen de Joshua Tree's al snel in zicht. Deze boom komt alleen in dit gebied voor tussen de 400 en 1800 meter hoogte en kan 9 meter hoog en 200 jaar oud worden.
De Joshua Tree dankt zijn naam aan een stel Mormonen die in de boom de bijbelfiguur Jozua zagen die blijkbaar steeds met zijn armen in de lucht God aanriep. Ik denk dat die Mormonen een beetje bevangen waren door de warmte. Dat verklaart ook waarom ik dat niet zo zag, want ik heb de luxe van een airco in de auto.

Maar goed, verder gereden kwamen we aan bij de Cholla Cactus garden, en hebben we een korte wandeling gemaakt. De plant lijkt heel zacht - volgens de kinderen lijkt het wel een beertje - maar je wordt gewaarschuwd voor de donzige stekels dat ze erg scherp zijn en dat het zeer pijnlijk is om ze te verwijderen. Heel apart vond ik dit gebiedje dat niet echt groot is, en alleen maar bestond uit deze cactussen.

Van daaruit verder gereden naar Hidden valley waar veel rotsformaties lagen en de kinderen (en Edwin) konden het natuurlijk niet laten om erop te klimmen en klauteren. Hier werden vroeger de beesten verstopt door de veedieven.

Toen door naar Key's View wat een ruim uitzicht over de vallei en het achterliggende berggebied; de Little San Bernardino Mountains geeft.

Het was zelfs zo warm dat Maaike en Bas er een sport van maakten om zo lang mogelijk met hun gezicht uit de rijdende auto te hangen.
Hierna reden we het park weer uit naar de plaats Barstow waar we een hotel geboekt hadden.
Ondanks onze vlucht naar Los Angeles, hadden we deze dag toch nog 300 mile (=480 Km) gereden.
De volgende dag gingen we door naar Death Valley, maar daarover deze week weer meer.

Labels: , ,