Grand Canyon
Onze laatste bestemming was een van de bekendste Nationale Parken in Amerika, het
Grand Canyon National Park in Arizona. De eerste avond zetten we de camper neer op een heerlijk rustige campground aan de ingang van het park. Zonder water en elektra, maar met een prachtige sterrenhemel. Daar konden Maaike en Edwin heerlijk van genieten.
De Colorado Rivier heeft de laatste 6 miljoen jaar zichzelf een weg gebaand door de rotslagen van dit Colorado plateau, waarbij het gesteente steeds verder werd (en nog steeds wordt) weggeslepen.
Omdat elke rotslaag weer uit een ander soort steen bestaat, zijn de effecten van de kracht van het water overal verschillend. Hierdoor is een gecompliceerd stelsel van diepe, grillig gevormde ravijnen ontstaan. Behalve het water van de Colorado River hebben ook de andere eroderende krachten, zoals vorst en de wind, veel invloed gehad.
Het Nationale Park wordt door de kloof in twee helften verdeeld, die hemelsbreed maar 16 kilometer van elkaar zijn verwijderd.
Maar als je met de auto van de zuidzijde (de South Rim) naar de noordzijde (de North Rim) wilt rijden, dan moet je een afstand van 315 kilometer afleggen!
Je kunt de Grand Canyon bekijken vanaf verschillende uitkijkpunten.
De eerste die we bekeken was vanaf Desert View (2267 m). Er staat een toren die gebouwd is door de architecte
Mary Elizabeth Jane Colter.
Zij wilde dat je overal een goed zicht op de canyon moest hebben en dat is gelukt. Vanuit deze toren zie je zowel het noordelijke deel van de Canyon, als het stuk dat naar het westen loopt. Hier en daar zien we zelfs een stuk van de Colorado die nu erg klein lijkt. De binnenkant is versierd door een Indiaanse kunstenaar.
Het uitzicht is erg mooi als de zon opkomt of ondergaat, je ziet dan de prachtige kleuren in de ravijnwanden, die veroorzaakt worden door de aanwezigheid van mineralen. Het is ook mogelijk om via wandelpaden in het ravijn af te dalen; als je helemaal tot aan de rivier wilt komen moet je daarvoor minimaal twee dagen uittrekken en zeer geoefend en voorbereid op weg gaan.
De tweede avond verbleven we in het dorp South Grand Canyon. Hier wemelt het van de toeristen die met auto, bus of trein naar de Grand Canyon komen kijken. Helaas begon het hier ook 's-middags te betrekken, en kwam de nodige regen naar beneden vallen.
De moesson tijd was aangebroken, en toevallig was ons gebied aan de beurt om besproeid te worden. Noodgedwongen hebben we rondgewandeld in het Visitor Center en de lokale supermarkt. Mooi weer om met z'n allen een potje Monopoly in de RV te spelen.
De derde dag hebben de kinderen een
Junior Ranger programma bijgewoond. De vorige dag hadden ze een boekje gehaald in het Visitor Center en allerlei vragen, per leeftijdscategorie, beantwoord over de Grand Canyon.
Het bijwonen en afteken van een ranger en het programma is hier ook onderdeel van. Hierdoor hebben ze de mogelijkheid om Junior Ranger te worden.
Door een Ranger van het National Park werd een aantal kinderen uitgelegd hoe inheemse planten overwoekerd werden door geïmporteerde rassen, met het gevolg dat de begroeiing aan het veranderen was. Door middel van simpele uitleg en een spel variant, begrepen de kinderen de gevolgen en het belang van ingrijpen. Na afloop wordt het boekje nagekeken en krijgen ze een badge en oorkonde en uiteindelijk worden ze dan beëdigd als Junior Ranger van dat park.
Na een wandeltocht door het dorp en langs de rim, zijn we 's-middags richting huis vertrokken. We wilden rustig aan doen, en de terugtocht in etappes afleggen.
In Needles zagen we nog een heel vreemde bus met Duits & Alaskaans kenteken op de camping. Hij heeft 24 slaapplekken en een ingebouwde keuken. We hebben alleen nooit kunnen zien hoe de mensen allemaal in die bedden klommen. Wel hebben we diverse mogelijkheden de revue laten passeren.
Toen via Bakersfield en Gilroy, waar we nog wat dingen bij de outlet hebben gekocht, zijn we weer veilig thuis aan gekomen.
Enkele kengetallen van onze
route:
4 staten van Amerika
10 nationale parken
13 dagen onderweg
40 uur auto gereden
3600 kilometers lang
1350 liter benzine verbruikt
(Tja, da's niet zuinig rijden.....totaal 1000 dollar, maar wel goedkoper dan in Nederland)
Labels: Amerika, Arizona, Californië, Grand Canyon, Nevada, Vakantie
Monument Valley & Antelope Canyon
Vanaf het raften gingen we verder naar
Monument Valley National park op de grens van Utah en Arizona.
Onze rit ernaar toe was in de regen. Het was heel rustig op de weg, en opeens zijn daar die butte's. Een butte is een geïsoleerde heuvel met smalle zijdes en een smalle, platte bovenkant.
Het is heel begrijpelijk dat er hier heel veel westernfilms zijn opgenomen. Overal zijn boeken te koop waarin je kunt opzoeken welke film waar geschoten is.
We reden naar de camping en hadden een prachtig uitzicht.
Gelukkig klaarde het op en konden we de laatste uitkomende zonnestralen nog gebruiken om een paar foto's te maken van de in de verte oplichtende buttes.
De volgende ochtend ging Edwin nog even met de kinderen wandelen naar de verstopte boog. Gisterenavond hadden Edwin en ik die tocht ook al gemaakt. Van daaruit kon hij nog een paar mooie foto's maken van o.a. de bekende linker- en rechter handschoen.
We besloten om niet de tour te doen die je over hobbelende wegen door het park brengt, maar door te rijden naar onze volgende bestemming.
En dat was
Antelope Canyon. Antelope canyon is een
slot canyon. Je rijdt net voor Page een parkeerterrein op, van waaruit je door Indiaanse gidsen met een soort jeep naar de ingang van de upper Antelope Canyon kan laten brengen. Zij begeleiden je ook door de canyon, het is tenslotte Navajo grondgebied. Bij de ingang lijkt op het eerste gezicht niets speciaals te zien.
Maar dat verandert direct nadat je door een smalle opening naar binnen loopt, en je je in de magische wereld bevindt tussen de glooiende zandstenen wanden, die prachtige kleuren krijgen in het gefilterde zonlicht.
Upper Antelope Canyon is ongeveer 90 meter lang, de bodem is vlak en erg zanderig door al het zand dat met de veelvuldig voorkomende flash floods mee komt. De wanden zijn hier gemiddeld zo’n 40 meter hoog. Het is echt een heel mooie omgeving.
De Navajo indiaan die ons rondleidde, pakte halverwege de wandeling steeds mijn camera om foto's voor ons te maken. In het begin vond ik dat raar, maar naderhand dacht ik: "Ze zal wel weten wat ze doet". Ze had allerlei namen voor de verschillende formaties. Ook liet ze, aan de hand van een fotoboekje, zien hoe hoog of laag sommige stukken een jaar of weken geleden waren. Dit alles door het verschil van de hoogte van de zandbodem.
Toen we aan de andere kant van de canyon waren hoorden we een donderslag, en moesten we van haar weer zeer snel terug lopen.
Wij met z'n allen weer als vee bovenin de open pick-up en het begon me toch te waaien. Al dat losse zand vloog tegen je aan en ik kan je vertellen dat dat behoorlijk pijn kan doen. Toen we, na een wildemans rit, eindelijk het parkeerterrein bereikte barste er een onweersbui los. We waren echt precies op tijd, want de canyon wordt dan gesloten.
We gingen naar de
Glen Canyon dam. Dit is Amerika's
tweede hoogste, half ronde, betonnen dam.
We liepen even door het Visitor Centre, maar het is toch nog een beetje moeilijk te bevatten voor de kinderen, dus we lieten de rondleiding onderin bij de turbine's voor wat ze waren en vertrokken voor onze laatste bestemming.
Labels: Amerika, Antelope Canyon, Arizona, Monument Valley, Utah, Vakantie
Arches
Nadat de lucht weer opgeklaard was
en we in de wat meer bewoonde wereld van
Moab terecht gekomen waren, gingen we op zoek naar een eetgelegenheid. We kwamen terecht bij de
Moab Brewery. Omdat het hier om een brouwerij ging wilden we wel een biertje proeven. We konden ook een blaadje bestellen met alle biertjes in klein formaat. Dat hebben we uiteindelijk maar gedaan.
Toen we de kinderen de brouwerij wilden laten zien, mocht dat natuurlijk weer niet. Zeker in Utah zijn ze erg streng (Mormoons) en mag je bijna nergens alcohol bestellen zonder eten. Nou zijn chips ook eten, maar toch.
Moab ligt centraal tussen 2 parken in nl. Arches en Canyonlands. We besloten om Canyonlands over te slaan. Een mens kan ook niet alles zien, en dat gaf even wat lucht.
Eerst zouden we naar
Arches National Park gaan. Het lag op 10 minuten rijden van onze camping dus dat was een grote verrassing voor de kinderen. Nu al, maar gaan we dan niets bekijken?
"Jawel hoor, we gaan vandaag naar bogen van steen kijken".
De kinderen vonden het allang best.
De eerste stop was welliswaar geen boog, maar een
balancerende rots. Hij lijkt niet zo groot, maar als je eromheen loopt besef je dat dit stuk steen van 16,5 meter hoogte, op een voetstuk van ruim 23 meter toch wel eventjes moet wachten met vallen als wij weg zijn.
Vervolgens wandelden we naar de beroemde
Delicate Arch.
Deze boog staat ook op veel Utah-kentekenplaten. Je kunt er naar toe lopen zodat je eronder staat, maar dat vonden wij te ver in deze hitte, zeker ook omdat we nog een andere wandeling wilden doen. Wij deden de kortere maar die duurde uiteindelijk ook nog een half uur. En het was behoorlijk heet.
Nadat we de koelte van de RV opzochten reden we ermee naar een camping in het park en aten daar onze lunch.
Hierna maakten we ons klaar voor de volgende wandeling.
Eerst de haren natmaken, dan de pet en die op je hoofd zetten, zodat we allemaal het hoofd koel hielden. Flessen water mee en daar gingen we weer.
Deze keer liepen we de Landscape Arch trail van ruim 3 kilometer met een uitstapje naar de Tunnel & Pinetree Arch en uiteindelijk bracht hij ons bij de
Landscape Arch.
Deze boog is ruim 13 meter hoog en heeft een spanwijdte van 93! meter. Ontzettend groot, en sinds er in 1991 een stuk vanaf gebroken is
mag je er niet meer onder staan.
Hierna hielden we het voor gezien en wandelden weer terug. Toen we bij de camper terugkwamen waren onze hoofden weer opgedroogd. Maar het was zeker de moeite waard.
We hadden geen zin om nog meer bogen te bekijken, en besloten om naar de camping terug te gaan.
Terug in Moab eerst nog even wat boodschappen doen en ondertussen betrok de lucht weer. De lucht lichtte om de haverklap op, maar bij ons bleef het bijna droog en bewolkt.
Moab ligt aan de Colorado river en is ook bekend van de diverse buitensporten. Wij besloten om de volgende ochtend een halve dag te gaan raften op de rivier. Edwin en ik hebben dat in Australië ook gedaan, dus vertelde we de kinderen dat het soms wat wild is in de boot. Ze hadden er zin in.
Na een rit van een half uur met een oude schoolbus kwamen we bij de rivier aan.
De boten werden te water gelaten, de mensen erin, de kinderen opgewonden en de leiders peddelden weg.
Goh, best rustig die rivier, mogen we ook zwemmen. Ja hoor, maar niet aan de boot hangen anders moet ik teveel peddelen. Nou iedereen die in het water lag zwom harder met zwemvest aan dan dat de boot dreef. Uiteindelijk kwamen we bij de eerste stroomversnelling. Daar dobberden we gewoon doorheen en dat zou zo ook bij de volgende 4 versnellingen zijn.
Blijkbaar moet je dit soort tochten niet meer in augustus gaan doen als het water laag staat. Maar we hebben wel genoten van de omgeving, en verschillende plekjes gezien waar films opgenomen zijn.
De kinderen vonden het zwemmen leuk, maar de boottocht niet zo spannend.
Waren wij blij dat we niet de hele dag geboekt hadden.
Labels: Amerika, Arches, Utah, Vakantie
Bryce en Capitol Reef
Bij Bryce hadden we ook een campingplek gereserveerd bij
Ruby’s Inn.
Deze camping is enorm uitgebreid en heeft alle voorzieningen die je maar kunt bedenken. Van lodges en kampeerplekken tot motelkamers, van een zwembad tot een autowasserette.
De kinderen sloten al snel vriendschap met onze buren en zij vertelde ons dat er die avond een rodeo was.
Toen we daar aankwamen bleek de hele tribune al vol te zitten, maar gelukkig zagen we de buren en konden ook wij zitten.
We keken naar koeien die gevangen moesten worden, circuits die gereden werden met paarden, en stieren die de cowboys eraf gooiden.
Door de kleine kinderen werd alvast een begin gemaakt met rodeo rijden door te oefenen op kalfjes en schapen.
Dit alles werd aan elkaar gepraat door een commentator en een clown die het publiek bezig hield met grappen en grollen.
Toen we weer huiswaarts wandelden zagen we prachtige luchten.
Wat me hier voor het eerst opviel en later door onze hele rit, waren de rood-wit-blauwe vlaggen. Eerst dachten we dat het de vlag van Utah was, maar die ziet er anders uit. We kwamen hem overal tegen, vaak ook met de woorden "Open" erop. Misschien waren ze gewoon in de uitverkoop, maar tot nu toe weet ik niet waar ze voor staan.
De volgende dag gingen we
Bryce Canyon National Park bekijken en namen de (alweer gratis) shuttlebus het park in. De eerste blik op Bryce canyon vond ik zo mooi, ik was er even stil van, de kinderen riepen ook alleen maar "Waaaauw".
Het is ontzettend kleurrijk. Je ziet roze, rood, geel, en crèmekleuren.
Nadat we naar het verhaal van de ranger hadden geluisterd, snapte de kinderen ook het ontstaan van al deze “Hoodoo’s” in dit geërodeerde amfitheater, want eigenlijk is het nog geen canyon.
Door verschillende lagen van mineralen die in het uiteindelijk -nu niet meer bestaande Flagstaff Lake-, terecht kwamen, ontstond er een dikke laag steen. Toen het grotere
Colorado Plateau omhoog geduwd werd braken er verschillende lagen steen.
De ene laag is harder dan de andere en door weer en wind, en voornamelijk ijs, vorst (200 dagen per jaar) en het ontdooien, wordt de muur langzaam verticaal uitgesleten omdat er stukjes steen uitbreken, waardoor het lijkt of er groepjes en alleenstaande personen staan; Hoodoo’s genaamd.
Volgens de Indiaanse (
Paiute) overlevering waren dit allemaal half mens, half beesten die slecht waren voor het opperhoofd Coyote. Hij besloot een vergadering te houden waarbij iedereen aanwezig moest zijn. Toen iedereen in dit amfitheater aanwezig was heeft hij iedereen versteend. Vandaar deze Hoodoo's.
We namen een wandeling naar beneden en kwamen onderin de kloof uit.
Het was net Lombard street, zo kronkelig was het pad naar beneden. Verschillende keren moest je stoppen omdat iedereen (en ik ook) maar foto’s bleef maken.
We liepen een tijdje onderin de kloof, af en toe genietend van schaduwplekken, en zagen verschillende vogels.
Naderhand ging het pad weer omhoog en hadden we er een 3 uur durende wandeling opzitten, maar het was schitterend. Hierna de shuttlebus weer terug en de kinderen hebben de rest van de middag in het zwembad doorgebracht.
De volgende dag ging de tocht naar
Capitol Reef National Park.
Terwijl we hiernaar toe reden werd de lucht steeds donkerder. De omvang is heel indrukwekkend van dit grote rif. Door te luisteren naar de ranger in het Visitor center leerden we dat dit rif miljoenen jaren geleden is ontstaan toen de aardlagen verschoven en Nevada niet langer meer aan de kust lag, en Californië uit de zee omhoog geduwd werd en er dus eigenlijk aan geplakt werd. Vandaar die onstabiele Andreas breuklijn. Tijdens dit proces werden de bergen gevormd en ook dit massief. Het is een langgerekt park van bijna 100 bij ongeveer 20-30 mijl en bestaat hoofdzakelijk uit de
Waterpocket Fold. Vanuit de lucht ziet het eruit als allemaal parallelle banen van verschillende soorten rots die tegen elkaar aan liggen als een soort doorsnede van bodemlagen.
Terwijl we binnen luisterden begon het buiten toch te plenzen.
Maar wij trotseerde de dikke druppels. De kinderen vonden het lekker, het herinnerde hen aan Nederland. De geur van regen op warm asfalt.
Ik denk dat het Capitol Reef mooier is dan wij uiteindelijk gezien hebben, zeker qua kleur, maar met donkere wolken en bliksemflitsen boven je, zie je niet zoveel. Overal werd steeds gewaarschuwd voor Flash Floods. Dit zijn plotselinge waterstromen die in de canyons en woestijnen voorkomen. In deze gebieden neemt de aarde maar weinig water op zodat deze, anders rustig kabbelende beekjes, binnen enkele minuten veranderen in kolkende watermassa's.
Wij zagen een heftige waterval van een rots komen, en terwijl we weer terug reden was het nog maar een klein stroompje geworden. Het kan dus echt tekeer gaan in die canyons.
Omdat hier de mormonen vroeger ijverig zijn begonnen met boomgaarden aan te leggen en deze boomgaarden nu beheerd worden door het Nationale Parks, mag je zelf je fruit plukken.
Dat gingen we doen,blijkbaar was het nu appelseizoen want al het andere fruit (pruimen, perziken, abrikozen) was al geplukt.
Met een grote stok met omgebogen tanden eraan konden de kinderen hun gekozen appel van de boom afhaken.
De hoeveelheid die je plukt leg je op de weegschaal en je betaald $1,- per pound. Tijdens het plukken mag je ook zoveel fruit eten als je wilt. Dit alles gaat op basis van vertrouwen.
Er is niemand die het controleert. Iedereen legt keurig het geld in de daarvoor bestemde doos. Ik kan me dit niet voorstellen in Nederland, waarschijnlijk was het hele doosje verdwenen.
Door de regen en de lange afstand die we al gereden hadden, had ik het even gehad. Ik wilde uit de RV, maar we besloten om toch nog door te rijden naar Moab. Hierdoor zouden we de camper 2 dagen op dezelfde camping kunnen laten staan en het zou even iets meer rust geven. Want we moesten nog meer canyons en dus nog meer steen bekijken.
Labels: Amerika, Bryce, Capitol Reef, Utah, Vakantie
Valley of Fire & Zion
De volgende dag reden we vanuit Nevada naar Utah met als uiteindelijke doel voor die dag het Zion National Park.
Maar eerst kwamen we langs het
Valley of Fire State park. Dit oudste States park van Nevada dankt zijn naam aan de rode zandsteen rotsen en versteende zandduinen, die zo’n 150 miljoen jaar geleden zijn ontstaan. Als de zon op de rode stenen schijnt, lijkt het alsof ze in vlam staan.
Je kunt via een rondje weer uit dit park komen en verder rijden richting Zion, waar wij naar toe wilden.
Toen we bijna uit het park waren, zo’n 5 minuten nog te gaan, kwamen we in een verkeersopstopping terecht met ongeveer 20 auto’s voor ons. We zagen dat er een ongeluk was gebeurd. Een auto lag op zijn kant, de politie, brandweer en een takelwagen waren allemaal al ter plekke.
Na een half uur gewacht te hebben, kwam de sheriff in tegengestelde richting ons allemaal tegemoet gereden en vertelde iedere auto dat ze de weg gingen afsluiten. We moesten omkeren en via de ingang het park weer uit. Bij het keren op de weg zagen we dat het hier om een dodelijk ongeluk ging, en waarschijnlijk wilden ze alles nader onderzoeken.
Wij mochten het park dus 2 keer bekijken. De formaties zien er vanaf de andere kant heel anders uit, maar ze blijven vuurrood. Maar ja, het was wel even slikken en niet alleen door de tegenvaller in tijd.
Uiteindelijk kwamen we 3 uur later dan gepland in
Zion National Park aan. Daar hadden we een camping gereserveerd die aan de
Virgin River lag. Deze rivier lijkt heel rustig, maar is toch verantwoordelijk voor de vorming van de kloof .
De camping had wel een zwembad, maar zeg nou zelf, spelen in de rivier met stenen en blubber is toch veel leuker.
Hier kan je ook met een band de rivier afzakken, maar het krijgen van blauwe plekken en schaafwonden van de grote stenen die duidelijk zichtbaar in de rivier lagen lieten wij aan anderen over. Wij hielden ons voornamelijk bezig met de loop van de rivier.
Omdat je Zion tijdens de vakantieperiode niet meer zelfstandig in mag rijden, rijdt er een gratis shuttle bus die voor de deur van de camping stopte.
We kozen voor een wandeling die je door de kloof brengt waardoor je goed kunt zien hoe de verschillende lagen op elkaar gestapeld zijn. Het is best indrukwekkend om te zien hoe hoog (600 meter) de wanden van het ravijn zijn. Het maken van een goede foto is daardoor heel moeilijk. Er is altijd wel iets niet goed belicht.
De wanden bestaan uit het doorlaatbare Navajo zandsteen en het niet doorlaatbare Kayenta steen. Doordat water door het zandsteen sijpelt maar niet door de Kayenta steen kan, komt het water er via de buitenkant van de muur uit zodat er kleine plantjes op de ogenschijnlijk kale muur groeien. Bij de “
Weeping rock” kan je dit goed zien.
Aan het einde van de trail zou je door het water van de rivier moeten lopen om nog een stukje verder te komen, maar wij hielden het voor gezien en wandelden weer terug. Onderweg zagen we nog enkele herten die zich te goed deden aan de voor ons giftige, maar mooie, duivelsbloemen. Zion is een mooie, groene en lekker koele canyon.
Hierna pakten we de spullen weer op en reden richting Bryce Canyon National Park over de prachtige 10 mijl lange Zion-Mount Carmel Highway. Om door de Zion-Mount Carmel tunnel te mogen moet je met een camper $15, = extra betalen omdat je te hoog bent en je over de middenstreep moet rijden. Hiervoor wordt het verkeer aan de andere kant tegen gehouden.
Tijdens de vakantieperiode doen ze dit zowat om de 15 minuten, want je ziet continue campers.
Alle wagens worden geteld, en het aantal wordt per mobilofoon doorgegeven aan de verkeersregelaar aan de andere kant van de tunnel.
De laatste auto krijgt ook nog een stokje mee en moet die dan aan de andere kant van de tunnel weer inleveren.
Onderweg stopten we ook nog even bij het schaakbord, de "Checkerboard Mesa". Deze berg heeft niet alleen verticale maar ook horizontale groeven, waardoor een ruit ontstaat.
Hierna reden we door en al snel kwamen we aan bij Ruby's Inn aan de ingang van Bryce Canyon, onze volgende stop.
Labels: Amerika, Nevada, Utah, Vakantie, Zion
Mono Lake & Las Vegas
We vertrokken om 11.00 uur vanuit ons huis en 's-avonds bij het inpakken van de RV vond ik dat de koelkast het niet deed.
Erg vervelend, maar ja misschien kwam het omdat het voor ons huis niet echt vlak is. En zo'n koelkast moet vlak staan anders doet hij het niet. Uiteindelijk voorbij San Jose voelden we nog een keer en hij was echt niet koel. Nadat we met Cruise America gebeld hadden, vertelde ze ons dat we in Manteca naar een RV reparateur mochten.
Terwijl daar de monteur onze koelkast ging re-setten en we nog minimaal een half uur moesten wachten, aten we daar onze lunch op.
Uiteindelijk was het 14.00 uur toen we weer verder reden via de Tioga pas in Yosemite naar Mono Lake.
Een heel mooie route en redelijk smal voor Amerikaanse begrippen, maar goed te doen met een camper. Je rijdt via
Tenaya lake en Olmsted Point, door de prachtige Tuolumne meadows (spreek uit; "Too-all-oh-mee")
naar de top van Tioga en daarna door de kale Canyon en dan zit je aan de andere kant in het plaatsje Lee Vining.
Bij Olmsted Point zie je de bekende Half Dome vanaf de andere kant waardoor je ook de klimmers op deze grote rots kon zien.
Uiteindelijk hebben we overnacht in
Lee Vining, vlak bij het Mono Lake.
De volgende ochtend hebben we eerst om 10.00 uur een tocht met een ranger bij het
Mono Lake gemaakt. Hij stond daar en vroeg aan ons of wij voor de 10.00 uur tocht waren. Nou, niet echt, was ons antwoord, maar omdat hij niemand anders had, wilde hij ons wel een privé rondleiding geven. Heel aardige ranger, die dit werk al 25! jaar deed. Onvoorstelbaar, het is een mooie omgeving, en hij zal niet veel last van stress hebben. Gedurende de wandeling werd uiteindelijk de groep steeds groter doordat steeds meer mensen zich aansloten. Hij vertelde heel veel dingen waardoor dit, op het eerste gezicht doodse meer, toch ging leven en heel interessant werd.
Het meer is meer dan 1 miljoen jaar oud, waardoor het een van de oudste meren in Noord Amerika is, en heeft geen uitlaat. In dit meer zijn veel zouten en mineralen terecht gekomen via de omliggende bergen van de Sierra Nevada.
Zoet water verdampt en laat allerlei zouten en mineralen achter waardoor het meer 2,5 keer zo zout, en 80 keer meer alkalisch (zuur) is als de oceaan. Als je je handen erin stopt voelt het water heel zacht aan. Je kunt erop liggen en je voeten zouden omhoog blijven, net zoiets als de dode zee. Hij liet dit ook zien door middel van een proefje, waarbij Maaike en Bas mochten helpen.
Al de torentjes, tufa's genaamd, die je in dit meer ziet zijn gemaakt van kalksteen. Onder de bodem van het meer bevinden zich zoetwaterbronnen. Het zoete water bevat veel calcium, en dit vermengt zich met het zoute water in het meer. Het calcium verbindt zich met het zout, en deze combinatie slaat op de bodem neer in de vorm van kalksteen. Het duurt vele jaren voordat op deze manier een tufa is gegroeid. De tufa's in het zuidelijke deel van het meer zijn naar schatting 200 tot 900 jaar oud.
Deze tufa's waren nooit zichtbaar totdat Los Angeles rond 1941 meer water nodig had voor zijn watervoorziening, en vier van de vijf voornaamste stromen die eerst in het meer uitmondden, verlegde naar de stad. Hierdoor daalde het waterniveau heel hard, met ongeveer 12 meter, en werden deze torentjes zichtbaar.
Een deel van de torens ligt zelfs helemaal niet meer in het water, en de groei van die tufa’s is daardoor gestopt. Gelukkig wordt sinds 1994 dit niet meer toegestaan en heeft men maatregelen getroffen waardoor het waterpeil langzaam weer stijgt. Mono Lake wordt nu beschermd.
De ranger liet zien wat voor beestjes erin leefden, zoals een of andere garnaal, die we allemaal konden vangen, en een vlieg die niet op ons wilde zitten, maar in het water wilde blijven, en door zijn grote aantal als een zwarte vlek op het water lag. Het vliegje legt een vruchtzakje in het water wat je kon eten, wat we ook mochten proberen. Verder kregen we nog uitleg over verschillende vogels en toen hielden we het voor gezien.
We moesten ten slotte nog een lange weg afleggen richting
Las Vegas waar we uiteindelijk om een uur of 6 aankwamen.
De camping is net een parkeerplaats voor RV's. Alleen maar asfalt en hoort bij "Circus Circus". En omdat we dat hotel al gezien hadden in Reno, wilden we daar niet weer heen en gingen we verder op de strip rondkijken.
We namen de pendelbus naar het bekende "Excalibur", waar we wat gingen eten.
Hierna nog via wat andere hotels en uiteindelijk wilden we met de pendelbus naar "Treasure Island". Maar de pendelbus kwam maar niet omdat, zoals naderhand bleek, er een bus kapot was gegaan, dus liepen ze meteen heel veel mensen achter.
Toen de volgende bus kwam drong iedereen zich naar binnen via de voor- en achteruitgang (wij ook). De buschauffeur mopperde continue in de microfoon tegen de mensen die in het trapgat stonden, en iedereen werd er heerlijk melig van. De kinderen praten er nu nog over.
Tot overmaat van ramp kwam de bus om 23.00 uur nog vast te zitten in het verkeer. Dat was ook niets dus zijn we uiteindelijk uit gestapt en zelf verder gelopen. Eenmaal bij Treasure Island werd er om 23.30 uur een show buiten gegeven de "
The Sirens of TI", die we toen ook maar bekeken hebben. Heel grappig, twee piratenboten die elkaar te gronde richten met veel kanonskogels, muziek en vuurwerk.
Uiteindelijk lagen we met z'n allen om 1.00 uur in bed. Veel te laat natuurlijk, maar ach, het is vakantie.
Labels: Amerika, Californië, Las Vegas, Mono Lake, Nevada, Vakantie